Langs de heilige berg en meer

We beginnen s'morgens met een stevig Tibetaanse noedelsoep als ontbijt, meteen als ik binnenkom krijg ik een kopje yakthee aangeboden met als aanbeveling dat het tiande (chinees voor zoet) is. Vaak lees je dat mensen de yakthee totaal niet weg kunnen krijgen. Ik zou het niet zelf bestellen, maar kan het prima opdrinken. Kung vindt het erg lekker. 
Eerst moeten we dezelfde weg terugrijden tot aan de Xinjiang-Tibetan Highway. Dat duurt ca 3 uur omdat de weg erg slingert en we een hoge pas over moeten. Er zijn relatief veel tegenliggers, Zhada is populair onder Cinese toeristen. Veel buitenlanders hebben we niet gezien. Op de hoofdweg gaat het verder tot we volgens Kung Mount Kailash in beeld krijgen. Helaas foutje, het blijkt pas de volgende berg te zijn. Mount Kailash is zowel voor Hindoes als Boedhisten een heilige berg. Ze lopen als pelgrimstocht rondom de berg. Dat is voor ons iets te veel, om echt goed te kunnen wandelen boven de 4000 meter moet je volgens mij veel langer op deze hoogte verblijven. We rijden met de auto naar het meer omdat het al eind van de dag is heb je heel mooi licht en uitzichten op het meer.
Overnachten doen we in Hor, waar de aanwezige hotelaccommodatie vooral bestaat uit wat bedden in een kamer. Overigens wel met hele lekkere warme dekbedden zodat wij het niet koud hebben. Het blijft alleen vreemd dat er in deze dorpjes eigenlijk geen toiletten zijn. Met als gevolg dat achter de huizen overal poep en afval ligt. Er is wel een openbaar toilet maar dat ruik je al van verre. Kortom het is aanpassen voor de westerlingen.