De lange weg naar Rutog

28 september 2013 - Ngari, China

We doen een poging om vroeg te ontbijten, maar het ritme ligt hier heel anders, voor 9 uur (Beijing Time) is er niemand. Iets later dus maar wel na een stevig noedelontbijt gaan we op weg, vandaag wordt het hoogste punt van de reis bereikt, 5399 meter. Op de kaart staan nog passen van 5600 m maar die blijken uit de tijd te stammen dat de meetapparatuur wat minder nauwkeurig was. De sport is om alles met de GPS en Ipad op te meten, dan blijkt dat punten langs de weg en de Ipad toch lang niet altijd dezelfde hoogte aangeven. Het weer wisselt tussen zonnig en bewolkt en we zien in de verte ook telkens buien. We rijden eerst door Aksay Chin, een gebied dat onder Chinees regime is maar wordt geclaimed door India. Het is een gigantische vlakte omringd door bergen. Misschien komt het door het weer, maar je vraagt je af waarom ze allebei dit totaal onbewoonbare gebied willen hebben. Om ca 5 uur komen we aan in Domar, we besluiten verder te rijden om te kamperen bij een groot meer. Hoe verder we komen hoe slechter het weer wordt. Wind en regenbuien nemen toe, goed voor dramatische foto's, maar slecht voor mijn motivatie om te kamperen. We rijden uiteindelijk verder naar Rutog. Het officiele hotel voor buitenlanders is nogal onvriendelijk en de kamers zien er slecht uit, afgesloten badkamers. Uiteindelijk vindt Kung met hulp van een aardige politieagente een schoon pension. Bovendien geeft de politie ons toestemming om hier te overnachten, op een plek niet voor buitenlanders. Het pension ziet er heel netjes uit; schone kamers en schoon beddengoed, thermosfles heet water op je kamer, teiltje waarmee je in de gang water uit een vat kan scheppen. Het maakt het des te vreemder dat het pension geen toilet heeft. Uiteindelijk blijkt dat er op de grote binnenplaats van het huizenblok wel een gemeenschappelijk toilet is, helaas komen we daar pas de volgende ochtend achter.

Foto’s